Hoger beroep bij tussenvonnissen

In grote en complexe juridische procedures gebeurt het regelmatig dat er één of meerdere tussenvonnissen worden gewezen door de rechtbank. In bepaalde gevallen worden hier ook al bepaalde beslissingen genomen door de rechters of worden bepaalde knopen doorgehakt. Is het mogelijk om tegen een dergelijk vonnis meteen Hoger Beroep in te stellen of moet u wachten tot het eindvonnis van de Rechtbank, ook als hier nog maar één knoop in wordt doorgehakt?

De hoofdregel

De hoofdregel in dergelijke gevallen is dat geen Hoger Beroep kan worden ingesteld tegen een tussenvonnis, maar wel tegen een gedeeltelijk eindvonnis. Dit staat ook in artikel 337 lid 2 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Het eerste lid van dat artikel bepaalt dat er in ieder geval ook Hoger Beroep kan worden ingesteld tegen een tussenvonnis waarin een voorlopige voorziening wordt toegewezen of geweigerd. Voor meer informatie over een voorlopige voorziening kunt u kijken in een ander artikel wat hierover is geschreven.

Het kan ook zo zijn dat de Rechtbank zelf bepaalt dat er wel Hoger Beroep kan worden ingesteld tegen een tussenvonnis. In dat geval zal de Rechtbank dit ook expliciet in haar tussenvonnis vermelden. Een gedeeltelijk eindvonnis is een bijzondere vorm van een tussenvonnis. Het verschil is vrij eenvoudig te zien. Een tussenvonnis bestaat meestal uit dezelfde onderdelen. Een stukje over de feiten, een stukje over de beoordeling en een stukje met beslissingen. Advocaten noemen dit het dictum. Vaak staat hierboven beslissing en begint het met “De Rechtbank” of “De kantonrechter”. Dit stukje is altijd het laatste deel van een (tussen)vonnis en direct hieronder staan wie de rechter(s) is (zijn), wat de datum van de uitspraak is en de handtekeningen van de rechter(s) en de griffier, samen met een stempel van de rechtbank.

Alleen als in het dictum een werkelijke beslissing staat die ook ten uitvoer kan worden gelegd, is het een gedeeltelijk eindvonnis. Dat betekent dat als het dictum alleen bestaat uit woorden als “houdt iedere verdere beslissing aan.” er sprake is van een zuiver tussenvonnis. Het maakt daarbij niet uit of de rechter zich in de stukken daarboven al heeft uitgelaten over bepaalde zaken of vorderingen. De rechter kan dus in zijn uitleg al zeggen dat een bepaalde vordering zal worden afgewezen of dat geen sprake is van een bepaalde situatie, maar als het niet in het dictum staat is het geen eindbeslissing.

Doorbrekingsjurisprudentie:

In de Nederlandse rechtspraak is een noodrem ingebouwd voor wettelijke appelverboden. Een reeks van arresten van de Hoge Raad, beginnend bij Enka/Dupont, heeft geleid tot de vaststelling van de zogeheten doorbrekingsjurisprudentie. De regels die voortvloeien uit de doorbrekingsjurisprudentie gelden echter niet voor de toepassing van art. 337 lid 2. De reden hiervoor is dat dit artikel geen appelverbod is, maar slechts het moment regelt waarop appel kan worden ingesteld.

Twijfelt u of een vonnis vatbaar is voor tussentijds Hoger Beroep of wilt u de mogelijkheden voor Hoger Beroep beter bekijken? Neem dan contact op met één van onze advocaten. Zij kunnen samen met u kijken of het mogelijk is om Hoger beroep in te stellen en of dit zinvol is.

Deel dit bericht: